Naar menu

Wat betekent Dat is koren op zijn molen.?

Voor het gezegde 'Dat is koren op zijn molen.' is de volgende definitie beschikbaar.

Hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde.

Gezegden onder dezelfde letter

Iemand iets in de maag splitsen.
Magen noch vrienden hebben.
Met iets in de maag zitten.
Zand schuurt de maag.
Het is naar de maan.
Loop naar de maan!
Een blauwe maandag.
De maat is vol.
Geen maat weten te houden.
Met twee maten meten.
Ergens niet om malen.
De gaande en komende man.
Met man en muis vergaan.
Zijn mannetje staan.
De rotte appels uit de mand halen.
Door de mand vallen.
Hij is van alle markten thuis.
De melk kookt over.
De melk optrekken.
Iets in de melk te brokkelen hebben.
Van de melk zijn.
Als een warm mes door de boter.
Het mes snijdt aan twee kanten.
Iemand het mes op de keel zetten.
Met het mes op tafel.
Met het mes tussen de tanden.
Onder het mes gaan.
Korte metten maken (met...).
Het juiste midden vinden.
Het maar in het midden laten.
Het moeras in sturen.
Dat is koren op zijn molen.
Door de molen halen.
Hij heeft een klap van de molen gekregen.
Met molentjes lopen.
De mond snoeren.
De mond voorbijpraten.
Een grote mond hebben.
Een grote mond opzetten.
Ergens de mond van vol hebben.
Goed zijn mond kunnen roeren.
Iemand de woorden uit de mond halen.
Iemand naar de mond praten.
Los in de mond zijn.
Met de mond vol meel praten.
Met de mond vol tanden staan.
Niet op de mond gevallen zijn.
Zoiets is monnikenwerk.
Moord en brand schreeuwen.
Dat komt als mosterd na de maaltijd.
Hij weet waar Abraham de mosterd haalt.
Daar valt wel een mouw aan te passen.
Dat is een ánder paar mouwen.
Iemand iets op de mouw spelden.
Iets uit zijn mouw schudden.
Met een kanon op een mug schieten.
Van een mug een olifant maken.
De mussen vallen (dood) van de daken.
Een echte huismus.
Iemand blij maken met een dode mus.
De muren hebben oren.
Een muur van onbegrip.
Een muurbloempje zijn.
Met de rug tegen de muur staan.
Tegen de muur zetten.
Daar zit muziek in.
Voor de muziek uitlopen.