Naar menu
Gezegden.nu
Zoeken
Menu
Home
Alle gezegden
Gezegde insturen
Over gezegden
Links
Home
Alle gezegden
Gezegde 'Over de tong gaan.'
Wat betekent
Over de tong gaan.
?
Voor het gezegde '
Over de tong gaan.
' is de volgende
definitie
beschikbaar.
Overal het onderwerp van gesprek zijn.
Gezegden onder dezelfde letter
Ergens balen tabak van hebben.
Ergens tabak van hebben.
Iets ter tafel brengen.
Zijn kaarten op tafel leggen.
Aftands zijn.
De tand des tijds.
De tanden laten zien.
Ergens de tanden inzetten.
Haar op de tanden hebben.
Iemand aan de tand voelen.
Met de mond vol tanden staan.
Op zijn tandvlees lopen.
Tot de tanden bewapend zijn.
Dat slaat als een tang op een varken.
Een oude tang.
Een tang van een wijf.
Iemand in de tang nemen.
Nog te vies zijn om met een tang aan te pakken.
Lange tenen hebben.
Op de tenen getrapt zijn.
Op de tenen lopen.
Een tegenslag.
Teken aan de wand.
Op je tellen passen.
Uitgeteld zijn.
Iemand uit zijn tent lokken.
De tering naar de nering zetten.
Op iemands zak teren.
Op iets teren.
Op zijn vet (of smeer) teren.
Ik mag de tering krijgen.
De teugels in handen hebben.
De teugels laten vieren.
De teugels strakker aanhalen.
Niet thuis geven.
Thuis is in je schuur.
Een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw.
Het tij keren.
Bij tijd en wijle.
Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
Goed bij de tijd zijn.
Papieren tijger.
Een timmermansoog hebben.
Het achterste van je tong (niet) laten zien.
Over de tong gaan.
De boventoon voeren.
Een toontje lager zingen.
Hoog van de toren blazen.
Aan de touwtjes trekken.
De touwtjes in handen hebben.
Er geen touw aan vast kunnen knopen.
In touw zijn.
Op touw zetten.
Zo dom als touw.
Van de trap gevallen zijn.
Aan zijn/haar trekken komen.
Een paar mensen optrommelen.
Aan de Turken overgeleverd zijn.
Roken als een Turk.
Alfabet
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z